Schrijven is zoeken. Terwijl dit verhaal over de abdij van Villers, over Jacobus en Odalinde, over macht, intrige en verboden liefde vorm krijgt, stel ik mezelf vragen die verder reiken dan de middeleeuwen. Hoe ontstaat een verhaal? Waar komen personages vandaan? En hoe verweeft een schrijver zijn eigen gedachten en twijfels met de wereld die hij schept?
Naast deze zoektocht vormen de gebeurtenissen in de abdij en de scriptoriumrapporten, waarin de monniken hun observaties en vermoedens vastleggen, de rode draad van dit boek. Wat begon als een innerlijke strijd van één man, groeit uit tot een conflict waarin macht, loyaliteit en de zoektocht naar waarheid op het spel staan.
Centraal staat de vraag: hoe blijf je trouw aan jezelf en je overtuigingen, als de wereld om je heen verandert en alles wat je ooit hebt geloofd, in twijfel wordt getrokken?
In 1243 lijkt de abdij van Villers een onwrikbaar bastion van geloof, discipline en orde, maar achter haar imposante muren sluimert onzekerheid. Jacobus, een jonge cisterciënzermonnik, worstelt met zijn geloften wanneer hij zich aangetrokken voelt tot Odalinde, een vrouw die haar eigen weg volgt, zonder de bemiddeling van de kerk. Haar onafhankelijkheid en haar overtuiging dat geloof ook buiten instituties kan bestaan, zetten hem aan het wankelen: is het leven pas waardevol binnen de structuur van een gemeenschap, of kan een mens zijn eigen pad kiezen zonder zich aan opgelegde regels te onderwerpen?
Tegelijkertijd woedt er een machtsstrijd binnen de abdij. Isabella van Marbais, een adellijke vrouw met grootse ambities, wil haar invloed uitbreiden en ziet de abdij als een sleutel tot haar macht. Ze werkt samen met broeder Hugo, een verre afstammeling van Karel Martel en Godfried van Bouillon, een man die zijn toekomst groter ziet dan het monnikenbestaan hem biedt. Via intriges en sabotage ondermijnen zij de orde in Villers, en wanneer Hugo ontdekt dat Jacobus zijn hart elders heeft liggen, ziet hij zijn kans om hem te breken.
De spanningen lopen hoog op wanneer relikwieën verdwijnen, de bouw van de abdijkerk geteisterd wordt door mysterieuze ‘ongelukken’, en de abt, Hugues van Saint Omer, onder verdachte omstandigheden sterft. De scriptoriumrapporten bieden een inkijk in deze gebeurtenissen, maar zoals geschreven woorden slechts een deel van de werkelijkheid tonen, zo leert Jacobus dat regels en tradities niet per se leiden tot inzicht.
1243: Tussen Geloof en Verlangen is niet alleen een historische vertelling over liefde en macht, maar ook een reflectie op de spanningen tussen structuur en autonomie, tussen traditie en persoonlijke overtuiging. De abdij en haar kronieken zijn het kloppende hart van het verhaal, een leidraad die zich verweeft met de bredere vragen die het boek stelt.
Jans Mulder (1959, Assen) getrouwd met Joyce en trotse vader van dochter Evy, woont in Rolde en heeft een brede achtergrond als manager van vakantieparken en beheerder van sport- en recreatieterreinen. Al twintig jaar verdiept hij zich in het schrijven, waarbij zijn fascinatie voor geschiedenis en literatuur samenkomen. Zijn schrijverschap begon met een eenvoudig maar intrigerend verhaal over een jongedame die geen geluk had in de liefde en steeds opnieuw in zeven sloten tegelijk liep. Die eerste vingeroefening leidde tot een blijvende passie voor verhalen waarin historische gebeurtenissen en menselijke drijfveren centraal staan.
Zijn voorliefde voor historische romans en thrillers wordt o.a. gevoed door auteurs als Edward Rutherfurd, Pieter Waterdrinker, Maxim Gorki en Topol en Nesnansky. Hoewel hij eerder korte stukken publiceerde in kleine bladen en op zijn eigen website, is 1243: Tussen Geloof en Verlangen zijn tweede grote werk. Eerder schreef hij de nooit gepubliceerde thriller De Havik, die zich afspeelt in Pyongyang in de jaren zestig. Na dit project overweegt hij een herwerking en publicatie van dat verhaal. Daarnaast heeft hij plannen voor een historische roman over de eerste bewoners van de Friese terpen en Groningse wierden.
De inspiratie voor 1243: Tussen Geloof en Verlangen kwam voort uit een bezoek aan de ruïnes van de abdij van Villers, een plek die hij na 35 jaar opnieuw ontdekte. Die locatie werd het uitgangspunt voor een verhaal over geloof, macht en verlangen, verweven met de zoektocht van monnik Jacobus naar waarheid en liefde. Tegelijkertijd weerspiegelt het boek zijn eigen worsteling met het vertellen van een gelaagd en meeslepend verhaal.
Naast schrijven houdt Jans van lezen, koken, kamperen, webdesign en lange tochten op de Elliptigo. Hij hoopt dat lezers niet alleen genieten van zijn verhalen, maar ook iets van zijn schrijfstijl meenemen, en hem via dit project een beetje beter leren kennen.
Gaaf, wat een leuk project
Wij sturen 2 keer per maand een update met nieuwtjes en vermaak.
Elke drie maanden verloten wij een boekenpakket met 5 boeken onder de nieuwe leden.
