Leestijd 2 minuten, 243 woorden
Over Jacobus, twijfel, en schrijven met een omweg
Soms dient een personage zich niet aan met een klap.
Geen introductie, geen profiel.
Soms is het gewoon een naam. En stilte.
Bij mij was het: Jacobus.
Ik wist nog niet wie hij was, wat hij zou doen. Alleen dat hij luisterde.
Niet naar anderen, maar naar binnen.
En dat hij iets meedroeg wat hij niet mocht laten zien.
Ik dacht eerst dat hij een bijfiguur zou zijn. Iemand die langskwam, iets fluisterde, en weer verdween.
Maar hoe verder ik schreef, hoe vaker hij bleef staan in een scène.
Hij wilde niet weg.
Jacobus werd een monnik.
Eén van velen, in een abdij waar gehoorzaamheid de orde bepaalde.
Maar onder die gehoorzaamheid begon iets te scheuren.
Twijfel. Aantrekking. Schaamte. Hunkering.
Hij sprak niet veel in het begin.
Dat deed hij pas toen ik stopte met bedenken wie hij moest zijn —
en begon te luisteren naar wie hij al was.
Soms groeit een personage niet in woorden, maar in witregels.
Nu is ook Jacobus in het hart van mijn roman.
Niet heldhaftig. Niet heilig.
Wel iemand die je herkent, zelfs in je eigen tijd.
🔜 In mijn volgende bericht vertel ik over Odalinde. En waarom zij alles in beweging zet – niet door wat ze zegt, maar door hoe ze kijkt.
📬 Op de hoogte blijven? Reserveer mijn roman hier op boekfunding.nl en ontvang mijn nieuwsbrief of volg de campagne en kom zo af en toe eens terug.